Deze maand is het kerstfeest. Dit feest staat voor de geboorte van Jezus en voor vrede. De tekst uit 1 korinthien 13 die hieronder besproken wordt, was de eerste betekenisvolle ontmoeting met religiositeit, voor de redactrice toen zij het las tijdens een kerstfeest, 12 jaar geleden.
Wat nacht is voor alle schepselen, is de tijd dat de mens die zichzelf in bedwang heeft, wakker is; als alle schepselen wakker zijn, is het nacht voor de wijze zwijger (muni) die ziet. (1)
(1) De wijze is ontwaakt ten opzichte van dingen, waarvoor de gewone mens nog sluimert; en de ogen van de wijze zijn geopend voor waarheden, die buitengesloten zijn voor de blik van de mensen in het algemeen, terwijl daarentegen dat wat werkelijk is voor de massa, illusoir is voor de wijze.
(16) Terwijl een mens Karma ervaart in het instrument dat voorhanden is, zal het verdere karma dat voor hem klaar ligt niet op andere manieren tot uiting komen, maar gereserveerd blijven voor toekomstige uitvoering. De tijd waarin het in voorraad ligt zal geen effect hebben op de kracht of de eigenschappen van dit karma.
(17) De toepasselijkheid van een instrument voor Karma, bestaat uit de exacte relatie en verband van het Karma met het lichaam, de gedachten, intellect en psychische eigenschappen die het Ego in een willekeurig leven ontwikkeld heeft.
(18) Elk instrument, gebruikt door welk Ego dan ook in enig leven, is toepasselijk voor het karma dat erdoor tot uitdrukking komt.
(19) Veranderingen kunnen in een instrument optreden zodat het toepasselijk wordt voor een nieuwe klasse Karma en dit kan op twee manieren plaats vinden: (a) Door de intensiteit van gedachte en de kracht van een eed, en (b) door de natuurlijke veranderingen die voort komen uit het opraken van oude oorzaken.
Path, march, 1893(II.1; 7,8 - blz. 23 en 220)
Hij is onbegrensbaar,
want Hem ging niemand vooraf
die Hem kan begrenzen.
Hij is onbepaald,
want Hem ging niemand vooraf
die Hem kan bepalen.
Hij is onmetelijk,
want er is niemand die Hem kan meten.
Hij is onzichtbaar,
want niemand heeft Hem gezien.
Hij is eeuwig, Hij bestaat in eeuwigheid.
Hij is onbeschrijfelijk,
want het is niemand gelukt Hem te beschrijven.
Hij is onnoembaar,
want niemand is Hem voorafgegaan
om Hem naam te geven.
Hij is het onmetelijk licht,
zuiver, heilig en rein.
Hij is onuitsprekelijk,
volmaakt in onvergankelijkheid.
Hij is niet voleindigd,
noch zalig, noch goddelijk,
maar gaat dit alles verre te boven.
Hij is noch lichamelijk, noch onlichamelijk.
Hij is groot noch klein.
Over Hem is het niet mogelijk te beantwoorden:
'Wat is zijn kwantiteit?'
of 'Wat is zijn kwaliteit?',
Want niemand kan Hem kennen.
(*) Dr. A.F. de Jong, opmerking tijdens het college inleiding in de antieke godsdiensten aan de universiteit van Leiden, november 2004.(VI.3; 34, 35 - blz. 673)
Maar de ziel die over rede beschikt,
zij, die zich moeite getroost te zoeken,
heeft kennis over God ontvangen.
Ze spande zich in met zoeken,
waarbij ze haar lichaam afmatte
(en) haar voeten versleet de evangelisten achterna,
om de Ondoorgrondelijke te leren kennen.
Ze hervond haar (zons) opkomst.
Ze kwam rusten in Hem die rust.
Ze ging aanliggen in het bruidsvertrek.
Ze at van de dis waarnaar ze had gehongerd
(en) ze smaakte het onsterfelijke voedsel.
Ze vond waarnaar ze had gezocht.
Ze ontving rust van haar inspanningen,
omdat het licht dat boven haar straalt
niet onderging.Aan haar behoort de glorie
en de kracht
en de openbaring
in de eeuwen der eeuwen.
Amen.
De polsslag van de ruimte klopt in hetzelfde ritme als dat waarmee deze geladen is, en dit noemen we atmosfeer. Ruimte zelf heeft geen atmosfeer. Ruimte is negatief in die zin dat hij zijn polsslag laat kloppen in het ritme van dat waarmee hij geladen is en op hetzelfde moment is hij positief in die zin dat hij alles vroeger of later absorbeert en assimileert. Wanneer iemand zegt dat de sfeer van een plek rustig is, of opwindend, betekent dit alleen maar dat de indruk van iemand die de sfeer van die plaats geladen heeft daar blijft hangen.
Er zijn twee soorten sfeer: de sfeer van aanwezigheid en de sfeer van afwezigheid. De sfeer van aanwezigheid verandert met de verandering die in iemand plaatsvindt. Wanneer iemand zit te mediteren, wanneer hij stilte of kalmte oefent, is de atmosfeer kalmerend; wanneer iemand rusteloos is, zich ongemakkelijk voelt, boos is of geagiteerd dan neemt de atmosfeer hetzelfde ritme aan. De reden hiervoor is dat de atmosfeer is opgebouwd uit vibraties, en de levens-substantie in de atmosfeer wordt geladen met dezelfde frequentie trillingen als die van de persoon die daar toevallig is.
De atmosfeer die iemand schept en achterlaat in een plaats blijft onveranderd, hoewel hij mettertijd zijn vitaliteit verliest. Maar het is moeilijk te geloven hoe lang een sfeer die door iemand in een bepaalde plaats is gecreëerd daar blijft hangen; hij blijft daar veel langer dan je zou denken.
Niet alleen schept de mens een sfeer, maar ook wordt in de mens een sfeer gecreëerd. Een vredig persoon kan zich ongemakkelijk voelen wanneer er een atmosfeer van rusteloosheid is, en een heel rusteloos persoon kan zich rustig voelen in een vredige sfeer. Aan diegenen die dit kunnen waarnemen, vertelt de atmosfeer verhalen. Je zou kunnen vragen hoe iemand een atmosfeer kan lezen, die uit niets anders dan vibraties bestaat, maar de waarneming van trillingen is op zichzelf het begrijpen van een taal, net als voor een musicus iedere noot iets zegt. In zijn geest is het duidelijk; hij weet welke noot het is, welk akkoord het is, welk thema het is; hij kent het gevoel dat daarbij hoort, zijn natuur, zijn karakter, zijn betekenis, zijn effect. Voor iemand die geen musicus is kan muziek troostend zijn, helend en kalmerend; maar voor iemand die muziek begrijpt is het iets levends, het praat tegen hem, zijn ziel communiceert ermee. Op dezelfde manier weet iemand die atmosfeer volledig waar kan nemen, alles daarover.
Er is een andere manier om naar deze vraag te kijken: niet alleen heeft iedereen zijn eigen atmosfeer, maar alles wat je voelt, denkt, zegt en doet schept een sfeer. Een slecht persoon zal een slechte sfeer creëren; de de vrome zal een atmosfeer vol vroomheid creëren; een zanger zal door te zingen, een speler door te spelen, een danser door te dansen, een schilder zal door te schilderen een sfeer creëren die uitdrukking geeft aan wat hij doet. Ieder gevoel, zoals humor, verdriet, woede, passie, verbazing, gehechtheid, angst of onverschilligheid laat zijn eigen karakter zien in de atmosfeer die het geschapen heeft. Wat een persoon ook zou willen verbergen, zijn atmosfeer zal erover spreken. Niemand is ooit in staat om een valse sfeer te creëren, dat wil zeggen een atmosfeer die anders is dan zijn eigen toestand. Iemand vroeg mijn murshid ooit wat het teken van de goddelijken is. Hij zei: ‘Oordeel hem niet op basis van wat hij zegt of doet; voel zijn atmosfeer, en zijn atmosfeer zal je vertellen of hij al dan niet goddelijk is.’ Mensen verschillen niet veel van elkaar in grootte, maar het verschil in de horizonten die hun atmosfeer inneemt is zo groot dat er vaak geen vergelijking mogelijk is, en dit is het geheim achter de persoonlijkheden van de wijzen, heiligen en profeten, evenals achter hun werk en hun invloed in de wereld.
Aangezien er iets moet zijn om alles wat van betekenis is vast te houden, wat is dan datgene wat de sfeer in de ruimte vasthoudt? Het is capaciteit; ruimte biedt capaciteit. Met andere woorden, in de ruimte wordt capaciteit gevormd van een element dat onzichtbaar is voor onze ogen en toch stevig genoeg om de trillingen in zich vast te houden. Dit zal duidelijker worden als we het mysterie bestuderen van de radio en van een luchtspiegeling. Waarom verstrooit de lucht de geluiden en woorden die vele mijlen verder gesproken worden niet? Het is waar dat de luchtstromen hen over een bepaalde afstand dragen, maar wat houdt hen vast? Dat is de capaciteit; dit is een fijn element die hen omringt, het niet toestaat uit elkaar te vallen, hoewel onze oren hen gewoonlijk niet horen in de ruimte. Hetzelfde geldt voor het fenomeen van de luchtspiegeling. Je ziet in de woestijn een beeld dat niets anders is dan een weerspiegeling op de golven van licht van iets dat echt bestaat. Maar wat dit beeld intact houdt, het niet uit elkaar laat vallen, dat is de capaciteit, die in het Sanskriet Akasha genoemd wordt.
Is de sfeer zichtbaar? Alles dat te begrijpen is, is hoorbaar en zichtbaar in de fijnere betekenis van deze woorden. Onze oren horen het misschien niet, maar toch kunnen we het gevoel hebben het gehoord te hebben; onze ogen zien het misschien niet en toch zouden we kunnen voelen dat we het gezien hebben. Wat hoorbaar is, is zichtbaar en wat zichtbaar is, is op hetzelfde moment hoorbaar; alleen voor onze zintuigen is het of hoorbaar of zichtbaar. Als iets speciaals aantrekkelijk is voor ons gezichtsvermogen, laat het een indruk achter in dat zintuig en onze hoorzin geeft er helemaal geen aandacht aan; en als iets aantrekkelijk is voor onze hoorzin, is ons gezichtsvermogen er niet in geïnteresseerd. Dit komt omdat twee zintuigen niet beide op hetzelfde moment iets volledig kunnen ervaren.
Zelfs wanneer twee zintuigen iets gelijktijdig opmerken, zal wat ze op dat moment ervaren niet een volledige ervaring zijn. Alleen de ervaring van alles door één zintuig per keer kan voldoening geven. Maar afgezien van volledig door twee zintuigen ervaren, denk niet dat het overdreven is te zeggen dat zelfs twee ogen niet zo volledig kunnen zien als één. Wanneer we een oog sluiten om iets duidelijker te zien, zien we het veel beter, we krijgen een vollediger beeld ervan; want een vollediger beeld heeft één enkele straal van doorzicht nodig, die de aard onthult, het geheim en het mysterie van het object waar je naar kijkt. Een speciaal zintuig is in staat naar zijn eigen capaciteit trillingen waar te nemen, en de trillingen die een bepaald zintuig aantrekken nemen dat zintuig in beslag dat deze ervaart; de andere zintuigen nemen hetzelfde waar, maar indirect, via het zintuig dat deze feitelijk ervaart.
De zichtbare atmosfeer wordt aura genoemd. Degenen die haar trillingen niet voelen zien haar soms in de vorm van kleur of licht. Er zijn heel wat onontwikkelde mensen die aura’s zien om dezelfde reden dat sommige heel onontwikkelde mensen ook met geesten communiceren, wat eigenlijk iets is dat alleen een ontwikkeld persoon zou moeten ondernemen. Maar zij zijn van nature zo gemaakt, en het is hetzelfde als iemand die nooit opgeleid is in de technieken van de kunst en toch een prachtige tekening maakt. Het zit in de persoon, het is een gave, het is zijn fijnere ziel en zijn zenuwgestel dat gevoelig is voor fijnere vibraties.
De aura zou daarom een zichtbare atmosfeer genoemd kunnen worden, of de atmosfeer een onzichtbare aura. Net als verschillende graden van de trillingen van de atmosfeer een duidelijke invloed op de persoon hebben die hen waarneemt, zo hebben de verschillende kleuren van de aura hun eigen effect op hen die deze aura zien. Er zijn er veel die nog niet bewust een atmosfeer waarnemen, een aura zien, hoewel ze het in het diepst van hun wezen zullen voelen; zijn kunnen er niets aan doen.
Dit laat ons zien dat er een andere wereld is naast de wereld die onze fysieke ogen kunnen zien en waarvan onze fysieke oren het geluid kunnen horen, en deze is niet eens ver weg. We leven er in en we voelen het en we worden erdoor beïnvloed, hoewel het op een bepaalde manier ook fysiek is. Het is iets dat we voelen, het is iets dat ons lichaam aanraakt; en hoewel het lichaam het niet waarneemt, wordt het er toch door beïnvloed. De geest neemt het duidelijker waar. En als ons gevraagd wordt tot welk niveau atmosfeer behoort, kunnen we alleen maar zeggen dat het een brug is tussen het fysieke en het mentale niveau; het bestaat op beide niveaus.
1 Korintiërs 13
1 Al sprak ik de talen van alle mensen en die van de engelen – had ik de liefde niet, ik zou niet meer zijn dan een dreunende gong of een schelle cimbaal.
2 Al had ik de gave om te profeteren en doorgrondde ik alle geheimen, al bezat ik alle kennis en had ik het geloof dat bergen kan verplaatsen – had ik de liefde niet, ik zou niets zijn.
3 Al verkocht ik mijn bezittingen omdat ik voedsel aan de armen wilde geven, al gaf ik mijn lichaam prijs en kon ik daar trots op zijn – had ik de liefde niet, het zou mij niet baten.4 De liefde is geduldig en vol goedheid. De liefde kent geen afgunst, geen ijdel vertoon en geen zelfgenoegzaamheid. 5 Ze is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, 6 ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid. 7 Alles verdraagt ze, alles gelooft ze, alles hoopt ze, in alles volhardt ze.8 De liefde zal nooit vergaan. Profetieën zullen verdwijnen, klanktaal zal verstommen, kennis verloren gaan – 9 want ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt.
10 Wanneer het volmaakte komt zal wat beperkt is verdwijnen.
11 Toen ik nog een kind was sprak ik als een kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten.
12 Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben.
13 Ons resten geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de grootste daarvan is de liefde.
Dit beroemde stuk van apostel Paulus uit de Bijbel doet meer dan aangeven hoe belangrijk onzelfzuchtige liefde is, hoewel dat ongetwijfeld de kern-boodschap is. Toen ik deze tekst (in de Willibrord-vertaling) voor het eerst las, zijn vooral de woorden 'onze kennis is stukwerk, en stukwerk ons profeteren' blijven hangen. (vers 9) Onzin vond ik dat. Onze kennis oppervlakkig (stukwerk zit tenslotte aan de buitenkant van de echte muur)? Hoezo, kennis oppervlakkig? Komend uit een wetenschappelijk milieu leek me dat de grootste onzin. 12 jaar later vind ik het volkomen vanzelfsprekend dat elke kennis die we opdoen in dit leven tijdelijk en oppervlakkig is. Leren voor een proefwerk is in zekere zin onzinnig, want je kunt er op rekenen dat een aantal jaar later de informatie glad vergeten is. Heeft kennis van de natuurkunde uiteindelijk invloed op ons vermogen juist te leven? Zorgt kennis van de psychologie ervoor dat mensen minder gefrustreerd of neurotisch in relaties staan? Onze kennis schiet tekort. Mentale kennis alleen zal altijd slechts een beperkte waarde hebben.
Wanneer het volmaakte komt, zal wat beperkt is verdwijnen
(vers 10). Hier zit de filosofische kern van het verhaal in de
tegenstelling tussen dat wat volmaakt is en dat wat beperkt is. In
tegenstelling tot Plato (die het volmaakte in de ideeenwereld plaatst,
dus in zekere zin buiten de ruimte), plaatst Paulus het volmaakte
buiten de huidige tijd: in de toekomst. Op het moment dat we volmaakt
worden, overstijgen we elke beperking. Dit wordt uitgediept in het
volgende vers: Toen ik nog een kind was sprak ik als een
kind, dacht ik als een kind, redeneerde ik als een kind. Nu ik
volwassen ben heb ik al het kinderlijke achter me gelaten. Hier
impliceert Paulus dat hij die volmaaktheid al bereikt heeft. Het kind
denkt beperkt, de volwassene denkt volmaakt. Dat hier niet bedoeld
wordt dat elke volwassene volmaakt redeneert, lijkt me duidelijk. De
volwassene staat voor de wijze, de ingewijde. Ieder die nog beperkt
denkt, is in figuurlijke zin nog een kind. Nu is mijn kennen nog
beperkt, maar
straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben. (vers 12)
In dit vers is de ik-figuur weer geidentificeerd met het beperkte
kennen, het gewone denken. Het volmaakte, het volledige weten, wordt
weer in de toekomst geplaatst.
Ons resten geloof, hoop en liefde, deze
drie, maar de
grootste daarvan is de liefde. (vers 13) Deze zin vraagt om
uitleg. Geloof in wat? Hoop op wat? Ik ben geneigd dit woord geloof te
interpreteren als vertrouwen. Als logisch vervolg op de voorgaande
verzen gaat het om vertrouwen in de mogelijkheid van de ziel om
volwassen te worden, de volmaaktheid te vinden, elke beperking te
overstijgen. Zonder liefde zal dit echter niet lukken. De eisen die aan
die liefde gesteld worden gaan nogal ver (vers 4,5) : geduld, goedheid,
geen afgunst, geen praalzucht (ijdel vertoon), geen zelfgenoegzaamheid,
niet grof en bovenal niet zelfzuchtig. Hier wordt een beeld geschetst
van volmaaktheid, van een volmaaktheid die onkwetsbaar is, want nooit
vergaan zal. Dit gaat tegen de dagelijkse ervaring in, want veel liefde
is vluchtig, tijdelijk. De ene dag voelen we genegenheid voor iemand,
de volgende dag is dat weer weg. Emoties zijn wisselend en
onbetrouwbaar. Hier wordt dus een liefde beschreven die daaraan voorbij
gaat, die eeuwig is. Gesteld wordt dat die liefde de enige werkelijke
liefde is.
In de tweede helft van de jaren vijftig publiceerde Jung een boek rond het fenomeen Vliegende Schotels (U.F.O.'s). Jung, geboeid door het bijzondere, had voor deze publikatie meer dan 10 jaar lang alle boeken, geschriften, ooggetuigeverslagen, artikelen e.d. verzameld die hij maar te pakken kon krijgen. Deze intense studie leverde echter geen sluitend bewijs op omtrent het fysieke bestaan van Ufo's. Hij beschouwt het Ufo-fenomeen dan ook als een "gerucht". Wat dan te denken van mensen die zeer overtuigd menen, de charlatans en bedriegers daargelaten, een Ufo te hebben gezien? Jung zelf beschouwt het merendeel van de Ufo-waarnemingen als projecties van emotioneel geladen inhouden van het onbewuste. Deze emotionele spanningen ontstaan ten gevolge van een niet voldane zielsbehoefte, dan wel door een collectieve noodsituatie in de cultuur. Bij dit laatste wees hij met name op de breed levende angsteffecten ten gevolge van de koude oorlog en het verlies van het christelijk geloof.
Als nu deze storingen in het onbewuste optreden laat het Zelf, het centrale archetype, zijn werking gelden. In het geval van Ufo's beperkt zich dit niet tot het droomleven, maar worden er beelden geproduceerd in een visionaire c.q. hallucinerende vorm. Het frappante van de vliegende schotel is, dat de vorm sterk overeenkomst vertoont met het mandala-symbool. Dit cirkelvormig symbool van het Zelf, drukt volledigheid uit, het Totaal Mens zijn. Het is het symbool dat alle tegenstellingen in zich verenigt en opheft. In dit laatste schuilt dan ook de genezende werking. De verdrongen, afgescheiden inhoud in het onbewuste wordt met behulp van de Ufo-projectie weer tot heling gebracht. Jung geeft hiervan in zijn boek verschillende. uitgewerkte voorbeelden: zowel over zogenaamde Ufo-waarnemingen alsmede over Ufo-verschijningen in dromen.
In Jungs Ufo-zienswijze is nog een aspect welk ik niet onbelicht wil laten. De Ufo's kunnen ook voorboden zijn van toekomstige ontwikkelingen. Nogal wat mensen lopen tegenwoordig rond met Messiaanse verwachtingen. De Ufo's willen dan ook weleens verschijnen als voorboden van de goden (b.v. Eric von Dänikken: "Waren de goden kosmonauten"). Voor Jung echter was Ufo-waarneming in die context veel meer een teken dat de mensheid de mogelijkheid heeft om een (psychologische) stap voorwaarts te zetten. Een stap die er toe leidt dat we ons losmaken van geloofsdogmatiek en van een begrensd nationalisme, op weg naar meer innerlijke zelfstandigheid en onderlinge coöperatie.
1) Eventueel ter vergelijking: in zowel oktober
’72, als mei/juni ’75 verscheen een recensie van UFO’s, operatie Paard
van
Troje; waar komen ze vandaan, wie of wat bestuurt ze? Een diepgaande
studie
over Ufo’s, John A. Keel. Uitgave J.H.Gottmer, Haarlem
Dag Katinka,
Bedankt voor je stuk in Hermes7. Ik ben het er voornamelijk wel mee eens, alleen dat stuk over Amsterdam met Hart en Ziel, dat is geen initiatief van Job Cohen maar van de Stichting AMHZ. Die stichting heeft subsidie gekregen van de gemeente, maar lang niet genoeg om het werk te doen, daar hebben alle groepen aan mee betaald, ook de Theosofische Vereniging. De subsidie was ook afhankelijk van het al of niet " mee krijgen" van de moslim gemeenschappen, en daar is heel veel werk in gestoken. In de grote bijeenkomsten waren ze wel, althans, sommige groeperingen, want er zijn er heel veel, maar in de initiatief groep, waarin ik 2 jaar heb meegedraaid, konden we geen mens krijgen. Ik heb het geheel nu over gedragen aan Johan [Van der Poll], en we moeten eerst kijken of en hoe de stichting AMHZ nu verder al of niet doorgaat. ik denk dat zoals de situatie nu is, de gemeente bereid is meer subsidie te geven, en dan kan er door gegaan worden.
De eerste bijeenkomst is op 1 december met het uitbrengen van een boek: "Wat bezield de buren". Dat is nog een product van de vorige 2 jaar. Daarna zien we wel weer.
Vriendelijke groet, Wies Kuiper
Wies Kuiper is de huidige voorzitster van de Theosofische Vereniging in Nederland.
Amsterdam met Hart en Ziel is
een inter-religieus project dat al een aantal jaren poogt in
Amsterdam's verband de onderlinge communicatie tussen religieuze
organisaties te bevorderen.
Niets gaat toch boven God?
- Juist, daarom aanbidden wij Niets.
Aan de totstandkoming van deze uitgave is de uiterste zorg besteed. Voor informatie die desondanks onvolledig of onjuist is opgenomen aanvaarden auteur(s) en redactie geen aansprakelijkheid. Voor eventuele verbeteringen van de opgenomen gegevens houden zij zich gaarne aanbevolen.